Ontploffingen kunnen zich overal binnen een bedrijf voordoen. Bijvoorbeeld bij productie, verwerking overslag of transport van benzine, LPG, olie- en smeermiddelen, textiel, meel, graan, melkpoeder, suiker, zaagsel, kunstmest, oplosmiddelen, plastic, etc.
Vaak wordt gedacht dat een ontploffing zich alleen voordoet indien direct vuur aanwezig is. De mogelijkheid van bij voorbeeld hete oppervlakken, mechanische vonken, statische elektriciteit of elektrische apparatuur als ontstekingsbron wordt vaak over het hoofd gezien.
Gasontploffingen kunnen ontstaan doordat gas of damp zich tot een ontplofbaar mengsel mengt met zuurstof uit de lucht. Wanneer dit mengsel in contact komt met een ontstekingsbron kan het in brand gaan of ontploffen. De belangrijkste ontstekingsbronnen zijn open vuur, vlammen en vonken.
Stofontploffingen kunnen ontstaan als een brandbare vaste stof in fijn verdeelde vorm (bijv. meel, suiker, graanstof, melkpoeder, kunstmest e.d.), met turbulente lucht wordt opgewerveld (bijv. door ventilatie, windstoten of brand) en met die lucht tot een stofwolk wordt gemengd alvorens te worden ontstoken.
Daarnaast bestaan er ook ontploffingsgevaarlijke substanties in vaste, vloeibare, kneedbare of geleiachtige vorm. Deze kunnen een exotherme reactie aangaan en onder zeer snelle gasontwikkeling (zelfs buiten de aanwezigheid van zuurstof) ontbranden, detoneren en/of uiteenspatten. Voorbeelden van deze substanties zijn o.a. nitro-cellulose, zwart kruit, munitie en vuurwerk. Met zulke ontplofbare stoffen of springstoffen houdt deze special zich verder niet bezig. Hier geldt afzonderlijke regelgeving voor die hier niet wordt besproken.
Ontploffingen gaan meestal gepaard met brand: ofwel de brand vormt de inleiding tot de ontploffing, ofwel de ontploffing geeft aanleiding tot brand. Ontploffingen veroorzaken veelal grote schade en mogelijke slachtoffers.Atex Richtlijnen
ATEX 137
Op 28 januari 2000 is de Europese richtlijn 1999/92/EG (ATEX 137) betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en de veiligheid van werknemers, die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen van kracht geworden.
In deze richtlijn wordt beschreven hoe het beste veilig kan worden gewerkt in een ontploffingsgevaarlijke omgeving. De werkgever worden verplichtingen opgelegd zoals: het beoordelen van explosierisico's, coordinatieverplichtingen bij werkzaamheden en het opstellen van explosieveiligheidsdocumenten. In deze richtlijn komt onder andere de gevarenzone-indeling aan de orde. Gevaarlijke ruimten worden op grond van frequentie en duur van het optreden van een ontplofbare atmosfeer in zones onderverdeeld. De omvang van de te nemen maatregelen wordt op deze indeling gebaseerd.
De minimumeisen uit deze richtlijn zijn geïmplementeerd middels een wijziging in hoofdstuk 3, Inrichting Arbeidsplaatsen, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Het ligt niet in de bedoeling om onder deze richtlijn normen te harmoniseren. Het aanwijzen van normen moet nationaal plaats vinden. Met betrekking tot de gevarenzone-indeling wordt verwezen naar NPR 7910:2001.
ATEX 95
In maart 1996 is de Europese richtlijn 94/9/EG (ATEX 95) "Apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen" van kracht gegaan. Het betreft plaatsen waar gevaar voor ontploffing kan voorkomen van brandbare stoffen in de vorm van gassen, dampen, nevels of stof met lucht. De richtlijn heeft als doel het vrije verkeer van goederen tussen lidstaten te bevorderen. De richtlijn richt zich dan ook op de onderlinge aanpassing van wetgevingen van de lidstaten op het gebied van apparaten en beveiligingssystemen. Hij is bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. De richtlijn regelt o.a. de CE-markering van deze categorie producten.
In Nederland is deze richtlijn geïmplementeerd in het Besluit Explosiegevaarlijk Materieel die vanaf 1 juli 2003 verplicht is. Om de richtlijn uit te voeren zijn in opdracht van de Europese Unie, door CEN (TC 305) en CENELEC (TC 31), voor in de richtlijn gebruikte begrippen en methoden normen vastgesteld. De Nederlandse normcommissies NEC 31 "Elektrisch materiaal in verband met ontploffingsgevaar" en 341093 "Ontplofbare atmosferen" nemen actief deel aan het opstellen van deze normen.
bron: http://www2.nen.nl/nen/servlet/dispatcher.Dispatcher?id=194785
Bestel uw Atex producten bij Comm-Co: www.Atexshop.com