Arbeidsinspectie contoleert explosieveiligheid diervoerproducenten
Regelmatig vinden er in Nederland stof explosies plaats. De Atex-regelgeving voorziet in bescherming van mensen in explosiegevaarlijke omgevingen, maar ook in het nemen van maatregelen om explosies te voorkomen. De Arbeidsinspectie is in mei bij maalderijen en diervoederindustrie begonnen met controles uit op de naleving ervan. Wanneer de Arbeidsinspectie een explosierisico constateert wordt een bedrijf onmiddellijk stilgelegd. Goed onderhoud, regelmatig schoonmaken en goede werkvergunningen en -instructies beperken het explosiegevaar.
Bedrijven zijn verplicht maatregelen te nemen om te voldoen aan Atex 137. In veel gevallen is dat mogelijk door het nemen van goede organisatorische maatregelen, waardoor investeringskosten beperkt kunnen blijven. Deze maatregelen moeten worden vastgelegd in het explosieveiligheidsdocument, een belangrijk element in Atex 137. In het document zijn, naast algemene bedrijfsgegevens, onder andere de stoffen vermeld die gemengd met lucht explosieve mengsels kunnen vormen. Ook zijn hierin explosierisico's opgenomen en gevarenzoneringen.
Zonering
Een gevarenzone geeft een indicatie van de kans op explosies op diverse plaatsen in het bedrijf. De zonering geeft aan hoe groot de kans op het optreden van een explosief mengsel is: meer dan 1000 uur/jaar kans op een explosief mengsel leidt tot zone 20, tussen 1000 en 10 uur/jaar geldt zone 21 en bij minder dan 10 uur/jaar wordt zone 22 toegewezen.
Explosierisico's
Bij de zonering wordt onder andere gebruikgemaakt van de onderste explosiegrens van een brandbare stof en het moment waarop deze wordt overschreden. Hiervan is sprake op het moment dat:
* door een stofwolk van 2 meter een lamp van 25 watt niet meer is te zien;
* voetstappen zichtbaar zijn op de vloer;
* een stoflaag van 1 mm op de vloer in een ruimte van 5 meter hoog opwervelt, dit leidt tot een concentratie van 100 g/m3;
* stoflagen vanaf lampen en balken naar beneden vallen.
Vooral fijne stoffen van organische oorsprong, zoals meelsoorten, zijn sterk explosiegevoelig.
Voorkomen
Veel van deze potentieel gevaarlijke situaties kunnen worden voorkomen, door regelmatig en op de juiste wijze de bedrijfsruimtes stofvrij te maken en te houden. Vaak kan met een aanpassing de afzuiging van de fabriek worden geoptimaliseerd, waardoor delen ervan 'volledig veilig' zijn of in een lagere zone vallen. Ook een kritische blik op de gebruikte grondstoffen kan het nemen van drastische maatregelen soms voorkomen. De ontstekingsgevoeligheid van verschillende grondstoffen loopt sterk uiteen; klasse 1 geldt als minst risicovol, klasse 3 als meest. In sommige gevallen kan worden overgeschakeld op een alternatieve grondstof die minder risicovol is of is het mogelijk een grondstof in premix te kopen, waardoor deze een ander, bij voorkeur lager, risicoprofiel heeft.
Technische maatregelen
Als eerste moeten technieken worden toegepast die een explosie voorkomen, zoals een vonkendetector bewerkstelligen dat de luchttoevoer in de betreffende sectie wordt uitgeschakeld, een kanaal wordt afgesloten, een brandblussysteem in werking stelt of een andere oplossing biedt die een explosie voorkomt. Pas dan komen maatregelen in beeld die de gevolgen van een eventuele explosie beperken, bijvoorbeeld door het plaatsen van breekplaten op plaatsen in een fabriek waar de explosie het best naar toe kan worden geleid.
Goed onderhoud, regelmatig schoonmaken en goede werkvergunningen en -instructies blijven echter de basis.
bron: http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=107589