Helaas zijn er ook zekere risico’s verbonden aan zulk toezicht. Zo kan het onaangegeven gebruik van camera’s inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer. Sinds 1 januari 2004 is de wet veranderd met betrekking tot het heimelijk gebruik van camera’s.
Wat houdt deze wet precies in?
Dit verbod dat geldt sinds 1 januari 2004 betekent dat het verboden is om camera's heimelijk te gebruiken in openbare plaatsen, gebouwen, winkels en overige gelegenheden. Het gebruik van camera’s voor toezicht en beveiliging is alleen toegestaan als de aanwezigheid van deze camera’s duidelijk is aangegeven, bijvoorbeeld door de camera’s zichtbaar op te hangen of door middel van een bord met pictogram of mededeling.
Daarnaast moet degene die cameratoezicht wil toepassen zich natuurlijk ook aan de andere daarvoor geldende regels houden, zoals die uit de Wet bescherming persoonsgegevens.Ook is de strafbaarstelling met betrekking tot het heimelijk maken van opnamen van personen op besloten plaatsen, dat wil zeggen niet voor het publiek toegankelijke plaatsen, uitgebreid (artikel
Ook is dit verbod niet langer meer beperkt tot afbeeldingen die het rechtmatig belang van de afgebeelde persoon kunnen schaden, bijvoorbeeld afbeeldingen die compromitterend of onwelvoeglijk van aard zijn. Het heimelijk maken van een afbeelding van een persoon wordt nu in principe in alle gevallen verboden. Of de aard van de afbeelding zodanig is dat daarmee het rechtmatig belang van de afgebeelde persoon kan worden geschaad, doet dan niet meer ter zake.
Op welk soort cameratoezicht is de wet van toepassing?
De wet is van toepassing op camera’s (‘technische hulpmiddelen’) die zijn aangebracht om afbeeldingen van personen te maken (film, video of foto’s) en waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt. Met ‘aangebracht’ wordt bedoeld dat de camera’s op een of andere wijze zijn geïnstalleerd, bijvoorbeeld bevestigd aan een gevel of plafond of verborgen in een koffer. Met het vervaardigen van afbeeldingen wordt niet alleen het vastleggen van beelden (bijvoorbeeld op een videoband, CD-ROM of DVD) bedoeld.
Ook het enkele weergeven van ‘live’-beelden (bijvoorbeeld via een monitor of webcam) valt onder de bepaling. De voorwaarde dat het moet gaan om een ‘aangebrachte’ camera geldt niet voor woningen en andere besloten plaatsen. Dit betekent dat op die plaatsen ook het heimelijk filmen met een losse camera verboden is.
Bijzondere gevallen
- Werkgevers kunnen onder de wet gebruik blijven maken van een verborgen camera op de werkvloer, als zij bijvoorbeeld vermoeden dat werknemers het bedrijf schade toebrengen. Voorwaarde is wel dat zij de werknemers vooraf op duidelijk wijze hebben gewezen op de mogelijke inzet van verborgen camera’s op de werkplek. Dit kan bijvoorbeeld via een personeelscirculaire of via een bepaling in het arbeidscontract. Daarnaast moet de werkgever zich uiteraard ook houden aan de bepalingen van de Wet op de ondernemingsraad.
- Om de vrijheid van nieuwsgaring voor de journalistiek te waarborgen, is het gebruik van een verborgen camera door journalisten onder bijzondere omstandigheden toegestaan.
- Webcam’s kunnen ook onder de strafbaarstelling vallen, wanneer daarmee personen herkenbaar in beeld worden gebracht. Wanneer echter de aanwezigheid van de webcam duidelijk is aangegeven of met de webcam van een bepaalde plaats alleen overzichtsbeelden worden gemaakt, zonder dat personen herkenbaar in beeld worden gebracht, vallen ze niet onder het verbod.
- Het filmen met een losse (video)camera’s op straat of op andere openbare plaatsen is niet strafbaar. Er is dan immers geen sprake van een ‘aangebracht technisch hulpmiddel’.
- De politie en inlichtingendiensten mogen natuurlijk voor hun taakuitoefening wel gebruik blijven maken van verborgen camera’s.
Welke straf staat er op overtreding van de wet?
Op overtreding van de wet in een openbare ruimte (zoals een winkel) staat een gevangenisstraf van maximaal twee maanden of een geldboete van maximaal 4.500,- euro.
Op overtreding van de wet op plaatsen die niet voor het publiek toegankelijk zijn (zoals een woning of kantoor), staat een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een geldboete van maximaal 11.250,- euro.